Hoe Stimuleer Ik Coöperatief gedrag

Hoe Stimuleer Ik Coöperatief gedrag

“ Samen spelen, samen delen.” Dit is een typische opmerking die je waarschijnlijk wel eens tegen je kind hebt gezegd. Toch is dat samen spelen niet altijd vanzelfsprekend. Op een harmonieuze manier samen spelen met leeftijdsgenoten is zeker voor jongere kinderen best een uitdaging. Je zult zien dat je kind dit vanzelf leert. Je zult hen echter soms een handje moeten helpen in deze ontwikkeling. Hoe kunnen wij als volwassenen dit coöperatief gedrag stimuleren?

Waarom is het belangrijk?

Mensen zijn sociale dieren en leren veel van hun soortgenoten. Dit is bij kinderen niet anders. Kinderen leren enorm veel van het bekijken van anderen. Ook kan samen spelen een mooie les zijn in sociale regels. Zo leert je kind bijvoorbeeld te helpen, geduld hebben en hoe zij het beste rekening kunnen houden met anderen. Ook kan het samenspelen een mooie les zijn in het verplaatsen in anderen en het begrijpen van emoties van anderen. Als dit samenspelen positief verloopt, kan dit ook nog eens een enorme boost zijn voor je kinds zelfvertrouwen. Laat je kind lekker oefenen dus, met dat samenspelen.  


Wat mogen we van hen verwachten?

Zoals veel dingen, moeten kinderen samenspelen nog leren. Je zult daarom soms je verwachtingspatroon moeten aanpassen wanneer het om samen spelen gaat.  Sommige kinderen zullen daarnaast sneller in het samen spelen ontwikkelen dan anderen. Dat is normaal. Maak je vooral geen zorgen wanneer jouw kind nog niet goed kan samenspelen. Dit komt vanzelf! Wanneer mogen we wat van onze kinderen verwachten? Tot 2 jaar is je kind nog vooral op zichzelf gericht.  Jouw kind leeft nog vooral in zijn eigen wereld en kan maak moeilijk bevatten dat anderen ook behoeftes en emoties hebben. Peuters spelen dan ook vooral naast elkaar in plaats van met elkaar. Rond hun derde krijgen kinderen steeds meer interesse in anderen. Samenspelen is hier nog vaak niet hun doel. Kinderen zullen vooral kleine contactmomenten op deze leeftijd opzoeken, maar zijn vaak nog steeds bezig met zichzelf. Kijk vooral niet raar op als deze contactmomenten conflicten met zich meebrengen. Je kind kan zich namelijk nog moeilijk in een ander verplaatsen. Vanaf een jaar of vier zoeken kinderen elkaar meer op om met elkaar te spelen. Ze kiezen nu meer bewust voor samenspel en beleven hier ook plezier aan. Vanaf deze leeftijd komt ook meer en meer het besef dat anderen ook gevoelens en behoeftes hebben. Toch zal dit ook op deze leeftijd nog het samenspelen veel moeten oefenen. 

Wat kun je als ouder doen om het samenspel te stimuleren?

Maak je ten eerste geen zorgen over het samenspelen. Dit is een ontwikkeling die vaak vanzelf op gang komt. Wees je er ook van bewust dat het ene kind nu eenmaal meer behoefte heeft aan sociaal contact dan het andere, net zoals volwassen. Het is daarom ook niet zorgwekkend als jouw kind het samenspelen moeilijk vindt, of weinig behoefte heeft aan het samenspelen. Wil je het spelen toch stimuleren? Dat mag altijd! 


Hieronder een aantal tips. 

  1. Een moeilijke, gouden regel: Grijp niet te snel in. Zie je een conflict ontstaan? Probeer deze niet te snel op te lossen. Geef je kind de kans om deze zelf op te lossen. Zo leert hij namelijk. Natuurlijk kun je altijd ingrijpen als het echt misgaat. Het zal je echter verbazen hoe creatief en gemakkelijk kinderen zelf conflicten kunnen oplossen. 
  2. Speel zelf met je kind en doe samenspel voor. Kinderen leren zoals eerder gezegd veel van anderen. Een mooie kans om hier als ouder gebruik van te maken. Zoek naar kansen om samen met je kind te spelen en doe situaties voor. Geef dan ook vooral luid verslag van jouw overwegingen en beslissingen, zodat je kind deze ook meekrijgt. 
  3. Creëer situaties voor samenspel. Bedenk activiteiten waar je kind samen met een ander moet werken. Denk bijvoorbeeld aan kook- of bak activiteiten of spellen of plan korte speelafspraken met andere kinderen. 
  4. Dwing je kind niet. Heeft je kind een slechte dag of echt geen zin om te spelen? Laat je kind dan vooral even geen zin hebben. Erken deze gevoelens en stel speelafspraakjes uit. Kinderen zullen op een slechte dag misschien meer conflicten hebben dan normaal. Dit zorgt enkel voor negatieve ervaringen. 
  5. Benoem gevoelens en verlangens. Probeer in zoveel mogelijk situaties de gevoelens van je kind en anderen hardop te verwoorden. “Ik zie dat je nu verdrietig bent.” of “Ik zie dat hij nu heel graag met de bal wil spelen.” Neem gevoelens en verlangens serieus en zeg deze hardop, zodat je kind meer en meer leert met gevoelens om te gaan. 
  6. En tot slot: Complimenten! We weten allemaal dat kinderen enorm groeien van complimenten, maar vergeten ze soms te geven. Neem daarom eens de tijd om naast spelende kinderen te zitten en complimenteer alle positieve gedragingen die je ziet. Kinderen zijn nu eenmaal meer geneigd om gedragingen na een compliment te herhalen en dit zorgt vaak ook voor een meer positieve, gezellige sfeer.