Gewoon een Einzelgänger of autistisch?
Heeft mijn kind autisme?
Geen vrienden, rare hobby’s en flippen zodra iets anders loopt dan anders. Dat zijn zo’n beetje de algemeen bekende kenmerken die passen bij de noemer ‘autist’.
In de vragen die ik krijg, merk ik dat beeld zorgt dat er bij ouders al snel alarmbellen afgaan. Zodra ze zien of van de leerkracht horen dat hun kind zich soms wat anders gedraagt of ontwikkelt, denken veel ouders al snel dat er iets mis is. Heeft mijn kind misschien autisme? De huidige prestatiemaatschappij maakt dat ouders zich hier enorm ongemakkelijk bij voelen. Want hoe lekker is het om te kunnen zeggen “het gaat erg goed met mijn kind, hij heeft veel vriendjes, voetbalt 3 keer per week en doet het hartstikke goed op school!”. Dat klinkt een stuk beter dan ‘Het gaat goed met mijn kind. Hij is op zijn gelukkigst als hij in zijn eentje in alle rust de printer mag demonteren. Maar hij vind het best lastig om zijn draai te vinden op school. En samenspelen is ook iets wat hij vaak moeilijk vindt”. Voor veel ouders is het dan prettiger om een ‘oorzaak’ aan te kunnen wijzen van dat bijzondere gedrag en te kunnen zeggen “mijn kind heeft autisme, maar doet het relatief gezien erg goed”. Dan ligt het in ieder geval niet aan de opvoeding.
Waardoor ontstaat ‘autistisch gedrag’?
Allereerst is het belangrijk om te kijken wat we verstaan onder autistisch gedrag. Als we de DSM-V (het grote handboek voor de psychodiagnostiek) er op naslaan, wordt een autisme spectrum stoornis onderscheiden van een ‘normale’ ontwikkeling door tekorten in de:
- sociale communicatie en interactie
- beperkte, zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses of activiteiten.
Onder deze twee noemers worden een breed scala aan voorbeelden genoemd. Onder andere; op een abnormale manier contact maken, verminderd delen van interesses, emoties of effect, afwijkende nonverbale communicatie (denk aan slecht oogcontact, weinig gebaren gebruiken), moeite met vrienden maken, zeer beperkte, gefixeerde interesses, zintuigelijke over- of ondergevoeligheid. (1)
Net als bij druk en hyperactief gedrag geldt voor deze gedragingen ook dat ze voortkomen uit een combinatie van karakter en de manier waarop een kind om gaat met prikkels. Het ene kind heeft nu eenmaal veel behoefte aan sociale interactie, terwijl een ander kind veel liever op zichzelf is. Een kind die erg gevoelig is voor prikkels, kan bijvoorbeeld veel moeite hebben met de knutselles. Terwijl een ander kind juist weer opbloeit van de actie en het rumoer om zich heen en diep ongelukkig wordt van het stil zitten en luisteren tijdens de rekenles.
Om te achterhalen waar het gedrag vandaan komt, is het ook in dit geval dus weer belangrijk om in te zoomen op dit specifieke kind. Er kan dan meer duidelijkheid worden verkregen over waar het precieze probleem hem in zit en dat biedt weer handvatten voor een eventuele oplossing.
Wat kan je er tegen doen?
Wanneer je je als ouder zorgen maakt over dergelijke gedragingen is het extra belangrijk om na te gaan; is er echt een probleem? Heeft je kind er last van? Of is het vooral de omgeving die het liever anders zou zien? Of heb je er zelf misschien vooral moeite mee dat je kind zich niet ‘normaal’ gedraagt? Een verandering van mindset kan erg helpend zijn om ‘probleemgedrag’ vanuit een ander licht te kunnen zien.
Buiten om het aanpassen van je eigen mindset zijn er natuurlijk wel dingen die je kan doen om bepaald gedrag bij je kind te stimuleren. Hieronder volgt een onderverdeling in tips en adviezen per ‘symptoom’.
Communicatie
- geef het goede voorbeeld in communicatie; zorg dat je de aandacht van je kind hebt als je iets wil zeggen. Maak oogcontact, wees concreet en zorg voor weinig metaforen of figuurlijk taalgebruik
- benoem letterlijk wat je verwacht (niet alleen wat je niet wilt, maar vooral wat je wel wil!)
- wanneer oogcontact te overweldigend is, kan je je kind andere trucjes leren zoals naar het punt tussen de ogen kijken. Ook is het goed om uit te leggen waarom we oogcontact maken en hiermee spelletjes en oefeningen te doen om het spelenderwijs steeds meer gewoon te maken
Sociaal gedrag
Goede voorbereiding van sociale situaties.
Voordat je bijvoorbeeld op visite gaat, naar de speeltuin gaat, een feestje hebt of een speelafspraakje begint, is het belangrijk om goed door te spreken en zoveel mogelijk uit te stippelen hoe de situatie eruit komt te zien en wat je verwacht van je kind. Ook kan je diverse scenario’s doorspreken en oefenen.
Bijvoorbeeld: wat kan je doen als je aankomt op het feestje? Je loopt naar de jarige, geeft die een hand en feliciteert diegene, zet vervolgens je cadeautje neer bij de andere cadeaus en gaat dan bij de rest van de kinderen staan. Wanneer je kind visueel is ingesteld, kan je het ook samen uittekenen aan de hand van een soort stripverhaaltje.
Zorg voor mogelijkheden om over situaties te brainstormen
Wanneer je kind moeite heeft met sociale situaties, is het belangrijk om dergelijke situaties niet als vanzelfsprekend te zien. Plan van te voren even tijd in om het er samen over te hebben. Hierdoor voelt je kind zich zekerder in de situatie en zal je zien dat je op den duur steeds minder tijd nodig hebt voor zulke voorbereidingen. Je kind het dan immers al eens heeft meegemaakt en ervaringen opgedaan waardoor hij of zij de volgende keer weet wat er gebeurt en wat hij kan doen.
Meer begeleiding in sociale situaties
Voorbereiding is dus belangrijk, maar vergeet ook niet de begeleiden in de situatie zelf! Wanneer je weet dat je kind speelafspraakjes moeilijk vindt, moet je er dus niet klakkeloos van uitgaan dat het allemaal wel los zal lopen en dat de kinderen zich wel vermaken. Probeer bijvoorbeeld samen met de kinderen tijdens wat drinken aan tafel een programmaatje uit te stippelen. Doe samen ideeën op voor wat ze gaan spelen en zorg ook dat je in de buurt blijft. Wanneer de kinderen bijvoorbeeld afspreken om met de playmobile te gaan spelen of buiten te gaan spelen, probeer het dan zo concreet mogelijk te maken. Wát gaan jullie dan spelen met de playmobiel? Wat doet Pietje? Wat doet Truusje?
Je hoeft er zeker niet het hele afspraakje bovenop te zitten. Blijf beschikbaar en voeg even in wanneer je ziet dat iets spaak dreigt te lopen. Wanneer er bijvoorbeeld niet goed gecommuniceerd wordt tussen de kinderen en er miscommunicatie of ruzie dreigt te ontstaan, probeer dan op tijd in te grijpen. Dit kan je doen door de situatie te verhelderen en te helpen bij het zoeken naar een oplossing. Op die manier biedt je je kind handvaten en succeservaringen waardoor ze het de volgende keer misschien wel zelf kunnen.
Prikkelverwerking
Structuur!!
Het belang van het bieden van structuur is al vaak aan bod gekomen, maar komt ook hier weer terug. Veel kinderen die snel overprikkeld zijn, hebben erg veel baat bij structuur. Bij het woord ‘structuur’ denken de meeste mensen al snel aan een strak schema met vaste tijden. Maar structuur binnen de opvoeding betekent veel meer dan dat. Structuur kan je bieden in tijd, ruimte en communicatie. Het concept ‘structuur’ is zo breed en belangrijk binnen de opvoeding van pittige kinderen, dat het te uitgebreid is om in dit artikel op in te gaan. Momenteel wordt er hard gewerkt aan een online training waarin het concept ‘structuur’ meer tot zijn recht komt. Mocht je interesse hebben in deze training, geef het dan via de onderstaande contact-button aan zodat je als eerste op de hoogte bent!
Voorkom overprikkeling
Probeer duidelijk te krijgen welke prikkels veel invloed hebben op je kind. Zijn dat sociale prikkels; probeer dan bijvoorbeeld speelafspraakjes te beperken. Bijvoorbeeld tot 1 middag in de week, niet langer dan 2 uurtjes. Heeft je kind veel last van geluiden; zorg dan bijvoorbeeld dat je niet ook nog de radio aan doet in de auto op de terugweg van een lange schooldag. Is je kind heel gevoelig voor het dragen van bepaalde kleding; zorg dan dat hij/zij comfortabele kleding draagt in situaties die veel van je kind vragen zodat de spijkerbroek niet een éxtra lading op een dag drukt.
Zorg voor manieren om te ontprikkelen
Bekijk samen met je kind wat dingen zijn waar hij of zij even door tot rust kan komen om de emmer wat leger te laten lopen. Is dat bijvoorbeeld even alleen op de kamer lezen/ muziek luisteren, even samen aan tafel tekenen, televisiekijken, sporten etc etc. Veel kinderen hebben even tijd nodig na een drukke schooldag. Als je merkt dat dit bij jouw kind het geval is, dan is het niet handig om na schooltijd klaar te zitten met een kop thee aan tafel vol vragen over de schooldag; spreek bijvoorbeeld af dat je kind eerst een half uur ongestoord tv mag kijken en dáárna even aan tafel komt voor een kop thee. Ook hiervoor is het weer heel belangrijk om te kijken naar wat past bij jouw kind en niet naar hoe het ‘hoort’.
Ook kan sensorisch spel (bijvoorbeeld magisch zand/ diamond painting/ kleien/ deeg kneden) een erg fijne manier zijn om te ontprikkelen.